zaterdag 21 februari 2009

Blog


Blog

Ik denk veel aan jou, mijn cyberplekje, maar kom er te weinig toe om naast het denken ook over te gaan tot de daad van de werkelijke omzetting. Hersenspinsels, ingegeven door momenten waarin ik mezelf en mijn gedachten, die in een woordenstroom doorheen mijn hoofd zinderen, volledig laat gaan bleven de laatste maanden een persoonlijk privilege.
Hoe zouden de ‘echte’ schrijvers te werk gaan? Ik stel me alvast voor: Na het drinken van een glas rode wijn, een sigaret in de ene hand en een vers geslepen potlood in de andere, overmeesterd door ingevingen, als gevallen engelen hun wonderbaarlijkheden neerschrijvend. In mijn idyllische gedachten dit alles zonder digitale hulpmiddelen, pur sang, in een donkere kamer op een nachtelijk uur.
Ik schrijf je in ieder geval iets minder feeëriek maar daarom niet minder doorleeft. Vanuit mijn bed, met uitzicht op een grijze rustige dag, een vogel vloog net over het dak van mijn overbuur te schrijven. Terwijl ik dit neerpen, probeer ik me de leuke avondjes en bijhorende ontmoetingen terug voor de geest te halen. Dat lukt eigenlijk verbazingwekkend goed. Vreemd genoeg onthoud een mens, althans ik, vooral de ‘georganiseerde’ avond langer dan de gewone, behalve wanneer deze gewone een buitengewoon karakter kreeg.
Naast de alle filmrecords brekende Vlaamse film te hebben gezien, Loft hoeft er niet meer bijgezegd te worden, zijn ook Vicky Cristina Barcelona, Caos Calmo en Elève Libre het grote scherm gepasseerd tijdens mijn blogafwezige periode. Loft met drie vrouwen leverde zoveel stof tot napraten op, dat de autoparking het reeds voor bekeken hield en onze sofa zich bijgevolg extra dienstig kon opstellen voor de niet Brusselse bevolking. Vicky Cristina Barcelona was leuk, frivool, maar is geen ‘blijven hanger’. Caos Calmo en Elève Libre hadden voor mij althans, een grotere ‘trempabele’ factor. (bij tremper houd ik me steeds een van koffie doordrongen speculaasje voor, stukje zaligheid in de ochtend)
Op toneelgebied was het naast veel KVS (iets te veel, ik mis de Antwerpse verscheidenheid aan cultuurhuizen, of anders: Brussel heeft mijn culturele hard nog niet veroverd) een beetje Monty (Markies de Sade), wat kaaistudio’s met Stan- Blijf Weg en het programma Waste, de smaak van het macrobiotisch eten maar niet zozeer van de onsamenhangende theorieën, sorry Anna- Theresa De Keersmaeker, Theâtre Royal met La reveu en finally dé AB, volgens Deus zoveel beter als Willebroekse sinistere gemedicaliseerde oorden, waar ik (twee keer prijs) voor het eerst een Saint Amour meemaakte. Olympique Dramatique met Kunstminnende Heeren, van een staaltje apartheid gesproken. Ook nog Tour & Taxis voor de zo betaalbare kunst. Affordeable Air Fair kreeg dan ook opeens een hoog commercieel gehalte, het goed doel moest opeens alle afstand wegnemen en daar horen lotjes kopen voor het goede doel en Zwitserse kaasstandjes zeker bij, zo zegt een ‘akunstkenster’ althans. In de KVS dan, eindelijk, een staaltje dans van Van de Keybus (Spiegel), een avondje Brussels onderwijsbuikgevoel waar iedere ouder, grootouder opgelucht buiten kwam, en ontroerend oprecht geloven in de maakbaarheid van het onderwijs en de mens, en dat vond ik pakkend (Staten- Generaal) Mental Finland beviel me net iets minder. Het ligt waarschijnlijk aan mijn gebrek aan Finse cultuurbelevenis, maar het twee uur en veertig minuten durende stuk heeft me helaas enkel geïrriteerd met haar onvernieuwende beelden. Rauw, niet origineel, zonder spanningsopbouwende elementen, niet hoogstaand op geen enkel vlak. Jammer, ik had er veel van verwacht, ook van de recensie in DM, die me tijdelijk het makkelijke ‘ik herken mezelf in de cultuurbode’ heeft ontnomen.

Dit lijstje stelt me op de een of andere manier gerust. Stom he, ‘een overzicht van het leven van mezelf’, ik die eigenlijk een hekel heb aan mensen die zo graag over hun eigen leven pronken en vertellen, doe net hetzelfde. De gedachten zijn vrij, en niemand is verplicht deze tekst(en) te lezen, iedereen is verplicht er het zijne in te zien en ik voel me opgelucht dat ik mijn uitjes heb genoteerd. Voor mij betekent elk event een avond vol herinneringen: “ dit of dat is gebeurd, gezien en al dan niet goed bevonden. Die avond had ik dat kleedje aan, heb ik mijn tong verbrand omdat we anders te laat zouden zijn, nu we beslist hadden om de fietsen niet te nemen maar liever een halfuur te wachten. De ochtend van dat stuk hebben we nog eerst een wandeling gemaakt, ik beëindigde ze met verkleumde tenen gevolgd door een kom hete soep en al fantaserend over ons uitje samen… “ ik heb nu even nood aan dit neer te schrijven. Compressie van de hersenen zou Kevin de alleswetende fysicus en appartementsgenoot me zeggen. Naast het studeren, het politieke, het beetje sport, de vriendenuitjes en vele lang uitslaapmomenten de laatste tijd kan ik toch terugblikken op een lijstje genot en plezier buiten zonet vermelde levensinvullingen (of gewoon omdat theaterstoelen me meer als salon aanvoelen dan onze canapé), al scheidt het ene zich niet zo gemakkelijk van het andere, en al goed. Het zou een saaie esoterische bedoeling worden. (en ik denk dat als lezer het leuker is elkaar in een zelfde stuk te vinden of niet, dan in een opmerkingen van mijn professor alsook decaan- die me als mens persoonlijk erg ligt- tijdens de les sociale zekerheid. Al is het ook maar om voor een soort zelfreflecterend dagboek te hebben, de ene keer met een meerwaarde voor de lezer, de ander als remedie voor mezelf)

Toch, schrijven, ongeremd mijn gedachten puur op het beleven voelen en verhalen verzinnen, wil ik meer doen. Ik ben ervan overtuigd dat als ik de rust in het Brusselse ritme vind, dat is moeilijk want op de een of andere manier vraagt deze stad en haar mensen veel tijd en energie van me, ik er terug toe kom. Ze geeft veel terug, maar hoop dat ze dat ook een keer het schrijvende ikje kon aanwakkeren. Ik neem me voor om tijdens zonnige weekenddagen me meer in Brusselse kroegen, bankjes en parkjes te zetten, en begin gewoon het leven hier neer te schrijven, ik ben er best blij mee. Toch heimwee naar het vertrouwde, het soms ‘makkelijk dat het al voor jou geregeld is’- leventje wel. Balanceren is niet gemakkelijk, maar het komt wel. Ik streef hardnekkig, maar niet te veel want dan ben ik al uit evenwicht, naar een gemoedsrust tussen roots en vertrouwde waarden en het nieuwe, de ontdekking, met mezelf als trouweling aan mezelf.

July, die veel te veel wil zeggen in veel te weinig witregels.

zondag 7 december 2008

KVS Pain perdu/gewonnen brood


“Ik ben socialist en houd mijn mond niet”

Pain perdu/gewonnen brood is als een reeks kortfilmpjes over engagement van vroeger en nu, over gevoeligheden van vroeger en nu en over de onsterfelijke menselijke confrontaties met steeds weer tegengestelden en ook gelijken, in welke vorm dan ook. Soms als een duik in een individu’s leven, soms als een grotere entiteit vertolkt in een massabeweging op de planken.

Talrijke jonge performers vulden het podium met beeld, geluid en elk met een persoonlijke touche. Buikdansen op de Brabançonne, zang door een voluptueuze dame op een iets minder statig tafeltje, doordacht peutergebrabbel in een winkelkarretje en nog meer van dat. Een mikmak van gevoelens, ideeën en boodschappen die hunkerden naar verontwaardiging. Een politiek pleidooi voor “la revolutione”, voor het behoud van onze burgerlijke en politieke rechten en de aankondiging voor een nieuwe tijd die tromroffelend haar intrede doet.

Theater pur sang was deze voorstelling zeker niet en had het ook niet kunnen zijn. Haar boodschap zou op zijn minst anders moeten worden verpakt, en het effect had een aanslag op de jeugdige ideeën betekend. Het stuk ontbrak hierdoor een zeker diepgang, de beklijving moest plaatsruimen voor de piano, danspasjes en eierschalen. De traditionele rode doeken tragediaanse garde, waaronder ik mezelf reken, had even nodig om de voorstelling echt te ervaren, al vraagt ze op zich wel minder overgave en kwam me dat op een vrijdagavond als deze best wel goed uit. Al moet ik bekennen dat er filosofische zinspelingen meermaals de revue passeerden, zei het luchtig verpakt.

Pain perdu/ gewonnen brood met haar tweetalige cast is als een open einde die haar slot vindt en toch weer niet in de huidige maatschappij.

July x.

maandag 13 oktober 2008

Résumé


Liefste woordenlustende blog,

In elk mensenleven zijn er periodes van stilte nodig. Bezinning en andere mooie termen, heet dat dan. Niks is minder waar als het over mijn huidig levensritme gaat. Na Berlijn, een culturele ontspannende vakantie met kriebels in de onderbuik over wat er allemaal nog ging komen, begon ‘hét’ pas: de proclamatie gepasseerd, de vakantie induikend:

Stibbe- stagiair
bromptonamateur werd appelgroene brompton voor gevorderden
Brusselse parken en gesloten zwembadentoeren
theater aan zee: de appel met de buikvlinder vol liefde
animotto aan zee gevolgd door dé queeste voor frietjes aan de kust (!)
Rode Kruiskamp overgoten met framboosjes op de haast heilige vijftiende van elke maand
hét theaterfestival met enkel de eindmeet van Romeinse Tragedies – wel een bon van De Singel in ruil, Altijd Prijs dus
verhuizen tegen de sterren op
onderhandelen over huishoudproducten en kersvers Ikea- familielid
een blitse VUB inschrijving, net zoals mijn visum en de spuiten voor de kers van de taart: India!

Ik begon deze reis met een mooi boekje van Anton gekregen, waarin ik vol enthousiasme hét reisverslag ging noteren. Na dertien dagen verdween het boekje ergens in mijn Häglofs zak, om vandaag terug open geslagen te worden. Naast de meer dan vijfhonderd foto’s (dank je Quentin) de antibioticakuur voor een leuke beet op mijn buik, heb ik hier in België enkel nog maar verteld over het land der heilige koeien. Een poging om hier toch kort, in zoverre 22 dagen reizen met zessen in toch wel India, een algemeen sfeerbeeld neer te schrijven, iets duurzamer en stemsparend. Ik ben er al wel even uit, maar misschien is die ‘afstand’ wel geplaatst. Wie weet zou ik mezelf niet meer herkennen in dit tekstje, moest ik hem onmiddellijk bij terugkomst hebben geschreven.
Een olijke bende van zes trekkend door India: vier afgestudeerden en twee rechtenstudentjes met hun Westerse gedachten maar openheid strandden in Delhi.
Een gammele bus bracht ons naar een ogenschijnlijk gesloten Sunny guesthouse, mijn Maclight op een krottenwijk gericht, ook loslopende varkens en apen passeerden de spots. Laura was onze heldin in de warme nacht!

Drie dagen Delhi:
Aanpassen aan het onbestaande verkeersbeleid: de toeters zonder ‘uit functie’, de riksha’s met hun Indische en tourist prices. De treinen zijn een ware luxe, het boeken van een ticket een klucht, al gaat het als vrouw opmerkelijk sneller.
Wennen aan onze fotogenialiteit, tot het stalkerige af, aan de temperatuur, de constante dorst naar waterflessen en de vaak beklemmende aanhang bedelende straatkinderen en vrouwen.
De dood van onze verfijnde smaakpapillen, ter compensatie aten we met vier in plaats van drie zintuigen (en de ontdekking van de dosa, de Indische zoute pannenkoek)
De gastvrijheid van de liberale hindoes, Sikhs met hun indrukwekkende tempels, prachtige vijvers en geweldige airconditioning (waar ze Westerlingen mee konden verleiden)
Barbierenbezoekjes, Red fortentochten, Lotus tempel, minarettenbeeldjes om even verstomd te blijven staan en vervolgens massaal foto’s van te trekken. Wat geloof heeft voortgebracht aan culturele schoonheid, is niet in woorden te omschrijven. Een wrange nasmaak bij de straatbeelden in de typische wijken en dorpen (waar we eigenlijk niet echt mee in contact gekomen), waar ondervoeding, een totaal gebrek aan hygiëne en vrouwenverdrukking gesteund door ‘dezelfde traditie’ la vie quotidienne vormt.

Varanasi: de dodenstad die iedereen aanraadt en nu ook wij
Het meest ‘echte’ en tegelijk absurde voor een Westerse atheïst, is toch wel Varanasi, de heilige dodenstad. De Gagnes wat voor mij drijvend kerkhof was, is voor hen de heiligste plek op aarde. De ontmoeting tussen de goden en de doden.
Een op traditie gebouwde stad, waar ouderzorg centraal staat, een opmerkelijk aantal weduwen het straatbeeld kleuren, de geur van zure melk doordesemt het labyrint van kleine steegjes.
We bezochten er een schooltje, waar Quentin eindelijk zijn honderden Deloitte bikken kon afgeven. Verdwaasd keek ik toe hoe leren gelijk staat aan uit het hoofd opzeggen van rituele teksten. Thans de universiteit in Agra toonde me wel een goed ontwikkeld educatieniveau, jammer genoeg enkel voor een peulschil van de bevolking waarschijnlijk… De overheden zijn zich er wel van bewust, zo wist de District Collector in Shandigar ons zonder blozen weten dat er in Agra een genderprobleem heerst, kinderarbeid als gewoon wordt bekeken en de gemiddelde leeftijd tussen de elf en veertien jaar ligt. In Jaisalmer wist een vrouwenrechtenactiviste ons verder te vertellen dat zelfs de klederdracht je huwelijkse staat verraadt, een weduwe nooit mag hertrouwen en drie jaar binnenshuis moet rouwen indien haar man sterft. Ongehuwde opgeleide vrouwen worden verstoten, het levende voorbeeld was deze vrouw, die dagelijks koeienstront in haar brievenbus terugvond en geconfronteerd werd met vandalisme in haar stoffenwinkel.

Olifanten en kamelen, zwembaden en Bollywood, eens ‘duur’ gaan eten in een plaatselijke hotelschool, de zoektocht naar 's werelds langste snor, Octopussy zien op een roof top restaurant: de lichtere kant van India. Mount Abou en haar black beers was al bij al ook luchtig, een mengeling tussen Benidorm en the Western, komisch achteraf gezien. Een wandeling à l’improviste met twee liter water, ‘slefferkes’ maar veel zin. Nog nooit smaakte Abu Cola zo geweldig als die namiddag.

Duizenden flitsen duiken terug op. Toch wil ik niet alles neerschrijven, ik wil het gevoel behouden straffe (nieuwe) verhalen te kunnen vertellen bij een idyllisch kampvuurtje. Of gewoon om een beetje mystiek en exclusiviteit te bewaren over deze vakantie.

22 dagen trekken door Noord- India, zes persoonlijkheden en geen spanningen, ieder toch met een eigen sterke mening en verwachtingspatroon, subliem en uitzonderlijk!

July x.

zondag 13 juli 2008

Dieter und Hans gehen zum Berlin


Het heeft even op zich laten wachten én dat tijdens de vakantie. Na een dagje zieken, men zegt dat ik te veel doe tijdens de vakantie, terug tijd voor een schrijfseltje. Excuses bij voorbaat voor mogelijke vluchtige zinnen, in de vakantie durf ik het leven al eens vluchtig te nemen, liefst overgoten met speculaasijs.
Maar in Berlijn nam ik haar op een zalig tempo. Elke middag in het reuzepark met mijn sproetjes onder de zon, op die ene keer na (toen kwam de schaduw steeds een beetje sneller terug, tevergeefs wou ik me nog verplaatsen…)
Het was een geweldige trip, onmiddellijk was daar dat échte vakantiegevoel, en dat had ik nodig, na zo’n periode van examens en een komende korte periode van bang afwachten. Dankzij Berlijn (en ook de conversatiecursus Frans) werd dat laatste gereduceerd tot een uur en half onzekerheid op de fiets in de regen.

Vijf dagen Arne en July, de Ampelmannen van dienst, is als vijf dagen schateren, stoten uithalen en genieten van de prachtige zichten en groene tapijten onder ons. Geen enkele keer dacht ik, het heeft nu wel lang genoeg geduurd, ik beken: dat durf ik al eens denken op vakantie.

Dag één, als versufte studenten aanspoelend in een bewolkte onbekende en énkel Duitssprekende stad. In de namiddag als twee slaapkoppen in het Volkspark met zijn duizenden verrassingen. The Darjeeling Limited (nu geprogrammeerd in Arenberg, Brussel, van een cultfilm gesproken) was onze Duitse verrassing, een openluchtfilm die zelfs de regen deed lachen en de bomen prachtig groen deed spotten.

Dag twee of de frisse start met een ‘fat tire bike tour’. Leuke gidsen trotseerden met ons, een groep die bestond uit jonge soccerspeelster, Arne en ik de regen. We kregen een totaalbeeld gepresenteerd, al rijdend door een bruisende stad. Net de dag van de gay pride met Berlijn als Mekka in Europa, al was dat peanuts tegenover de dag die volgen zou…

Dag drie of de onverwachte EK finale, beide overtuigd dat het pas gespeeld werd als we al terug thuis waren, van voetbalkenners gesproken. Berlijn was dit beruchte weekend een mensenmassa van jewelste overgoten met Weissbier und Bradwurst en de zon als katalysator. De plaatselijke popster, vlaggen alom vertegenwoordigd en de Duister is content. Arne en ik zijn toch iets stillere oorden gaan opzoeken om voor Spanje te supporteren. (al was het maar omdat om zes uur het hele terrein al volzet was)

Dag vier werd onze jazzy day. Een lazy day, in zover je tien kilometer wandelen lazy vindt. In een gezellig cafeetje, achter de hoek van onze herberg (op aanrader van de geweldige hostelreceptionists) Flat B genaamd, speelde net die avond er een meer dan twee uur durende groep. Foto’s te over terwijl Arne terugdacht aan zijn drumcarrière met zijn Weissbier, dat er behoorlijk groen uitzag, in de hand en ik foto’s trok van de vrouwelijke contrabassist, als souvenir voor Tina.

Dag vijf was veruit de spannendste. Wat begon als een doordeweekse laatste dag, werd een adrenalinebooster van jewelste. Te denken dat er meer dan een vlieghaven in Berlijn is. Te weten dat wij nog op de authentieke Tempelhof, door elke Berliner als buiten gebruik wordt gedacht, opstegen. Net toen ik dacht dat ik, op de sleutel (kaartje) van onze herberg na, niets ben verloren en goed heb gegidst deze vakantie, rijdt de bus TXL Flüghafen de verkeerde Flüghafen binnen. Van Tegel in speed met een veel te grote maar lekker frisse taxiwagen naar Tempelhof.
In Tempelhof natuurlijk nog tijd te over. Je ziet al vanop de parking de boardingruimte van deze Luftbrücke. Arne vertelde nog met veel passie het historisch plaatje van de zaak voor we het minivliegtuigje instapten.

Berlijn met haar musea, massale monumenten voor de geschiedenis te verzilveren, Kartoffeln, Weissbier en Pretzel, je bent een tripje waardig!


July x.

dinsdag 17 juni 2008

The graduation tour- parts


The Graduation tour- parts. Of hoe jaloers ik niet kan zijn op soepele lichamen die moeiteloos ritme teweeg brengen.
Drie stukken, één pauze, geen muziek, moderne dans. Anne Teresa De Keersmaekers brengt de dans als het kind van haar tijd. Zowel met achtergrond, met humor als met beheersing. Het ene al wat beter als het andere.
Een zaal die de stoeltjes vult met bekende en minder bekende maar steeds authentieke mensen.
De pauze die het café deed vollopen, de koffie verkeerd extra deed smaken en ook het straatbeeld vulde.
Telkens weer ervaar ik dat ontspannen sfeertje bij de Monty.

Het was een geslaagde avond daar met ons tweetjes op de achterste rij.

July x.

zondag 11 mei 2008

Moeras


Dat Claus beelden sprak, is niks nieuws. Dat Josse de Pauw die beelden kon vertalen als was het een diaprojectie, heeft me aangenaam verrast. Toegegeven, ik was reeds fan van de heer De Pauw. Zijn aangename licht zwoele stem, steeds even natuurlijk en vlot. In interviews steeds weer die eerlijkheid, oprechtheid, niet het type acteur dat zichzelf het etiket acteur wil opkleven, wél het type dat het is. Inherentie.
De versie Claus, een bijna twee uur durend stuk, had naar mijn aanvoelen meer verwachtingen in zich dan toen Claus nog leefde. Iedereen hield de loep boven dit Vlaams icoon, en Josse moest er maar mee overweg kunnen. In Dwars, de studentenkrant van de UA, wist hij te vertellen dat hij geen intentie had een tweede Claus op de planken te zetten. Hij vertelde wel zijn authentieke woorden, maar hield tegelijk zijn eigen eigenheid en stijl staande. Een verstandige keuze me dunkt. Hij bracht de versie vlot, als een waterval van woorden, afwisseling in zijn houding en verhaal. Ik was blij en verrast dat Hugo’s interviews me vertrouwd in de oren klonken. Het leek alsof ik met hem op café zat te praten over het goede leven, de wijn de erotiek en de boeken in ons Vlaanderen land. Of leef ik een vrijgevochten licht perverse wereld?
De kunstenaar is een mens zoals een ander met een talent voor beeldende spraak. Op dat laatste ben ik toch jaloers. Mijn zinnen durven vaak gekunsteld, ik noem het dan emotioneel oprecht, over. Misschien moeten ze me maar wat meer interviewen, dat ik er beter mee overweg kan.
In tijden van woordenvloed houdt het papier het voor bekeken en sta ik er alleen voor (ik had mijn notitieboekje niet mee). Het volgende is me wél bijgebleven: “ Sommige vrouwen hebben de aantrekkingskracht van een moeras”. In een zekere manier vind ik het een compliment. De gedachte dat de vrouw zo’n invloed heeft op een man, geeft me een gevoel van superioriteit. Het gevoel van macht, en ik die dacht niet machtsgeil te zijn…Anderen, met name het mannelijk geslacht zien het iets destructiever. De vrouw als de ondergang. Neen, de vrouw als sluitstuk.

July.

vrijdag 2 mei 2008

Kameraden


Het woord waarmee dé dag der arbeiders officieel werd afgestoken. Het woord dat voor vele roodgekleurde stevige toeschouwers door merg en been ging, ook door het mijne. Duizenden mensen, van alle geledingen en alle uithoeken, verzamelden zich om dezelfde idealen na te streven. Om de strijd die nog steeds gestreden moet worden, ook al neemt hij andere gedaanten dan enkele jaren terug aan, terug vurig in onze herinnering te brengen. Voorbeelden te over (en ook iets te veel geïllustreerd me dunkt) vloeiden uit de microfoon. Gennez en de ABVV vertaalden de massa haar gevoelens, gaven iedere arbeider een stem en een hart onder de riem. Ik werd er oprecht stil van. Haren stonden recht, lippen liepen paars aan van de koude, maar geen minuut twijfel over dit hele gebeuren. Verdomme, het is nodig zo’n eerste mei, verdomme ik kick op zulke bendes.
Dansend voor de arbeid, een beetje een attractie voor de honderden toeschouwers, zon en regen, muziek en geschater, de ingrediënten voor een geslaagde optocht.
Het was een ontmaagding, deze eerste mei, en wat voor een…

J. x.