zaterdag 19 april 2008

Eenheid

Het begon allemaal met een ontmoeting op een dag die op zich al veel betekenend was. Ik wist niet dat het de kiemen van iets veel groters, iets blijvends, zonder democratische goedkeuring in zich hield.
De eerste ontmoeting eindigde met een sms over een omver gestoten glas. (hoe had het geweest zonder dat glas?) Beter gezegd, het begin van het einde eindigde zo. Hulde aan de oude strijders op 11/11 en een ontbijt was de suggestie, ik zat jammer genoeg al op de eerste trein richting Antwerpen. Hoe lieflijk, onschuldig en toch geladen bouwden de boodschappen elkaar op.
De bekroning volgde met een glas wijn, liefdesgedichten en zoenen.

Intensiteit, doorgedreven hartstocht en nimmer verzadigd van hem die plots mijn leven binnensprong. ‘Hier ben ik dan!’ ‘Daar ben je dan. Kom binnen en sluit de deur achter je. Laten we meteen starten, nu je er bent. Met zijn tweeën, zoals het hoort. Het leven en wij. Wij in het leven.’ Soms sta ik versteld van hoe graag een mens een ander kan zien. Want mijn liefhebben voor hem grenst aan het goddelijke. Hem, de man aan wie mijn lippen, mijn lijf en leden zijn vergroeit. Opium. Het leven in een versmolten pluraliteit. De versmelting van elkaar.

Nog maar vijf maanden en nu al een doos vol herinneringen, bijna een boekje vol liefdesverklaringen en andere vertelsels van mij aan hem alleen. Al wil ik telkens weer van de daken schreeuwen dat ik hem zo graag zie: je vous… je t’aime. Ik wil hem opeten, voor altijd binnenin me hebben. Want geluk is naar ’t schijnt zo vluchtig, dus sla ik het liever in me op.

Ik geloof als ik hem zie, in de eeuwigheid. Een rust die af en toe op de proef wordt gesteld door de buitenwereld, het leven, maar als volmaakt overeind blijft. Ik hoop en denk dat dit genot het hoogste goed is, de absolute extase van twee mensenlevens. De vrijheid van van elkaar te kunnen drinken en met elkaar te kunnen leven, elk met onze eigenheid en toch tezamen een authentiek geheel.


Vijf en vier is negen, dus dat verdwijnt en een gekantelde acht is oneindig.’ Wiskundige perfectie door de ogen van een verliefde.