zondag 23 maart 2008

3 weeks out, 3 scenes in and the death of the writer

Ook al heeft mijn schrijven het even laten afweten, de ideeën en het nodige schuldgevoel hebben zich opgedrongen. Op Paaszondag is het een atheïst, naast paaseieren eten, toegestaan zulk diabolisch taalgebruik te hanteren.
Om het even over Pasen te hebben. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de jeugd en ook de iets ouderen, de betekenis van al deze zeer aangename vrije dagen, is ontgaan. Feestdagen zijn gedegradeerd tot een verworven recht zonder meer. In een lekenstaat als de onze was deze evolutie niet te vermijden, maar de voltrekking ervan gebeurt wel erg snel. Toch vind ik het, hoor mij de ketter, belangrijk dat men weet waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Ook feestdagen dienen verklaard te worden. Een open geest beleeft immers meer, nietwaar meneer Desmet.
Vandaag had kardinaal Daneels het tijdens zijn paasrede over “het lijden als een essentieel element van het leven”. Een nog duidelijkere sneer naar Claus’ zelfbeschikkingsrecht is ondenkbaar. Toen woensdag het bericht mij langst alle media werd toegeroepen, was ik tevreden te horen dat hij menswaardig zijn leven heeft kunnen afronden. Alzheimer vermoordt de taal. De taal, zuurstof voor een schrijver, het lichaam slechts een middel om te doen waarvoor deze uitverkorene was bestemd, en dat was niet weinig. Stokkende woorden, de gom over de mooiste passages van zijn oeuvre én het besef van dit hele proces ís afzien beste kardinaal. Laat ons alsjeblieft geen weegschaal naar bovenhalen om te zien of het lijden zwaarwichtig genoeg was om eindelijk wat rijstpap te krijgen. Lang leve de rede!
Over een rationalist gesproken. Een van de drie theaterstukken die ik deze maand ben gaan bekijken, was De apologie van Socrates. Geen Schoenaerts (jammer genoeg ook geen Mathias in de zaal) op de planken,wel een verdomd lang, zwaar doch te verteren stuk. Ik houd persoonlijk meer van interactie dan monoloog, al kan ik het af en toe wel smaken. Ook mijn gezelschap van die avond, hadden Julien nooit aan het werk gezien. Volgens Julienkenners was er toch wel wat plagiaat te bespeuren. In ieder geval, we hebben deze avond filosofisch voortgezet, niet overgoten met wijn en druiven wel met schuimige Scotisch pints.
Theatergezelschap Dood Paard bracht Bazel met twee acteurs en een hoop cassettes, muziekfragmenten en enkele stoelen. De kritiek op de Kunst, de zogenaamde Kunstkenners en het onverklaarbare in abstractie proberen te verklaren. Oprechtheid door de mond van een Nederlander, hilarisch realistisch.
De Roovers deden het met zeven, en speelden voor elf. Le dindon of de liefde als een komedie, Warre als de zwoele minnaar. Theater is bewegen, theater is plezant en theater is de mond waaraan het publiek twee uur lang naar verlangt.

Van de rede naar de liefde naar de heiligen,

July.