zondag 7 december 2008

KVS Pain perdu/gewonnen brood


“Ik ben socialist en houd mijn mond niet”

Pain perdu/gewonnen brood is als een reeks kortfilmpjes over engagement van vroeger en nu, over gevoeligheden van vroeger en nu en over de onsterfelijke menselijke confrontaties met steeds weer tegengestelden en ook gelijken, in welke vorm dan ook. Soms als een duik in een individu’s leven, soms als een grotere entiteit vertolkt in een massabeweging op de planken.

Talrijke jonge performers vulden het podium met beeld, geluid en elk met een persoonlijke touche. Buikdansen op de Brabançonne, zang door een voluptueuze dame op een iets minder statig tafeltje, doordacht peutergebrabbel in een winkelkarretje en nog meer van dat. Een mikmak van gevoelens, ideeën en boodschappen die hunkerden naar verontwaardiging. Een politiek pleidooi voor “la revolutione”, voor het behoud van onze burgerlijke en politieke rechten en de aankondiging voor een nieuwe tijd die tromroffelend haar intrede doet.

Theater pur sang was deze voorstelling zeker niet en had het ook niet kunnen zijn. Haar boodschap zou op zijn minst anders moeten worden verpakt, en het effect had een aanslag op de jeugdige ideeën betekend. Het stuk ontbrak hierdoor een zeker diepgang, de beklijving moest plaatsruimen voor de piano, danspasjes en eierschalen. De traditionele rode doeken tragediaanse garde, waaronder ik mezelf reken, had even nodig om de voorstelling echt te ervaren, al vraagt ze op zich wel minder overgave en kwam me dat op een vrijdagavond als deze best wel goed uit. Al moet ik bekennen dat er filosofische zinspelingen meermaals de revue passeerden, zei het luchtig verpakt.

Pain perdu/ gewonnen brood met haar tweetalige cast is als een open einde die haar slot vindt en toch weer niet in de huidige maatschappij.

July x.

maandag 13 oktober 2008

Résumé


Liefste woordenlustende blog,

In elk mensenleven zijn er periodes van stilte nodig. Bezinning en andere mooie termen, heet dat dan. Niks is minder waar als het over mijn huidig levensritme gaat. Na Berlijn, een culturele ontspannende vakantie met kriebels in de onderbuik over wat er allemaal nog ging komen, begon ‘hét’ pas: de proclamatie gepasseerd, de vakantie induikend:

Stibbe- stagiair
bromptonamateur werd appelgroene brompton voor gevorderden
Brusselse parken en gesloten zwembadentoeren
theater aan zee: de appel met de buikvlinder vol liefde
animotto aan zee gevolgd door dé queeste voor frietjes aan de kust (!)
Rode Kruiskamp overgoten met framboosjes op de haast heilige vijftiende van elke maand
hét theaterfestival met enkel de eindmeet van Romeinse Tragedies – wel een bon van De Singel in ruil, Altijd Prijs dus
verhuizen tegen de sterren op
onderhandelen over huishoudproducten en kersvers Ikea- familielid
een blitse VUB inschrijving, net zoals mijn visum en de spuiten voor de kers van de taart: India!

Ik begon deze reis met een mooi boekje van Anton gekregen, waarin ik vol enthousiasme hét reisverslag ging noteren. Na dertien dagen verdween het boekje ergens in mijn Häglofs zak, om vandaag terug open geslagen te worden. Naast de meer dan vijfhonderd foto’s (dank je Quentin) de antibioticakuur voor een leuke beet op mijn buik, heb ik hier in België enkel nog maar verteld over het land der heilige koeien. Een poging om hier toch kort, in zoverre 22 dagen reizen met zessen in toch wel India, een algemeen sfeerbeeld neer te schrijven, iets duurzamer en stemsparend. Ik ben er al wel even uit, maar misschien is die ‘afstand’ wel geplaatst. Wie weet zou ik mezelf niet meer herkennen in dit tekstje, moest ik hem onmiddellijk bij terugkomst hebben geschreven.
Een olijke bende van zes trekkend door India: vier afgestudeerden en twee rechtenstudentjes met hun Westerse gedachten maar openheid strandden in Delhi.
Een gammele bus bracht ons naar een ogenschijnlijk gesloten Sunny guesthouse, mijn Maclight op een krottenwijk gericht, ook loslopende varkens en apen passeerden de spots. Laura was onze heldin in de warme nacht!

Drie dagen Delhi:
Aanpassen aan het onbestaande verkeersbeleid: de toeters zonder ‘uit functie’, de riksha’s met hun Indische en tourist prices. De treinen zijn een ware luxe, het boeken van een ticket een klucht, al gaat het als vrouw opmerkelijk sneller.
Wennen aan onze fotogenialiteit, tot het stalkerige af, aan de temperatuur, de constante dorst naar waterflessen en de vaak beklemmende aanhang bedelende straatkinderen en vrouwen.
De dood van onze verfijnde smaakpapillen, ter compensatie aten we met vier in plaats van drie zintuigen (en de ontdekking van de dosa, de Indische zoute pannenkoek)
De gastvrijheid van de liberale hindoes, Sikhs met hun indrukwekkende tempels, prachtige vijvers en geweldige airconditioning (waar ze Westerlingen mee konden verleiden)
Barbierenbezoekjes, Red fortentochten, Lotus tempel, minarettenbeeldjes om even verstomd te blijven staan en vervolgens massaal foto’s van te trekken. Wat geloof heeft voortgebracht aan culturele schoonheid, is niet in woorden te omschrijven. Een wrange nasmaak bij de straatbeelden in de typische wijken en dorpen (waar we eigenlijk niet echt mee in contact gekomen), waar ondervoeding, een totaal gebrek aan hygiëne en vrouwenverdrukking gesteund door ‘dezelfde traditie’ la vie quotidienne vormt.

Varanasi: de dodenstad die iedereen aanraadt en nu ook wij
Het meest ‘echte’ en tegelijk absurde voor een Westerse atheïst, is toch wel Varanasi, de heilige dodenstad. De Gagnes wat voor mij drijvend kerkhof was, is voor hen de heiligste plek op aarde. De ontmoeting tussen de goden en de doden.
Een op traditie gebouwde stad, waar ouderzorg centraal staat, een opmerkelijk aantal weduwen het straatbeeld kleuren, de geur van zure melk doordesemt het labyrint van kleine steegjes.
We bezochten er een schooltje, waar Quentin eindelijk zijn honderden Deloitte bikken kon afgeven. Verdwaasd keek ik toe hoe leren gelijk staat aan uit het hoofd opzeggen van rituele teksten. Thans de universiteit in Agra toonde me wel een goed ontwikkeld educatieniveau, jammer genoeg enkel voor een peulschil van de bevolking waarschijnlijk… De overheden zijn zich er wel van bewust, zo wist de District Collector in Shandigar ons zonder blozen weten dat er in Agra een genderprobleem heerst, kinderarbeid als gewoon wordt bekeken en de gemiddelde leeftijd tussen de elf en veertien jaar ligt. In Jaisalmer wist een vrouwenrechtenactiviste ons verder te vertellen dat zelfs de klederdracht je huwelijkse staat verraadt, een weduwe nooit mag hertrouwen en drie jaar binnenshuis moet rouwen indien haar man sterft. Ongehuwde opgeleide vrouwen worden verstoten, het levende voorbeeld was deze vrouw, die dagelijks koeienstront in haar brievenbus terugvond en geconfronteerd werd met vandalisme in haar stoffenwinkel.

Olifanten en kamelen, zwembaden en Bollywood, eens ‘duur’ gaan eten in een plaatselijke hotelschool, de zoektocht naar 's werelds langste snor, Octopussy zien op een roof top restaurant: de lichtere kant van India. Mount Abou en haar black beers was al bij al ook luchtig, een mengeling tussen Benidorm en the Western, komisch achteraf gezien. Een wandeling à l’improviste met twee liter water, ‘slefferkes’ maar veel zin. Nog nooit smaakte Abu Cola zo geweldig als die namiddag.

Duizenden flitsen duiken terug op. Toch wil ik niet alles neerschrijven, ik wil het gevoel behouden straffe (nieuwe) verhalen te kunnen vertellen bij een idyllisch kampvuurtje. Of gewoon om een beetje mystiek en exclusiviteit te bewaren over deze vakantie.

22 dagen trekken door Noord- India, zes persoonlijkheden en geen spanningen, ieder toch met een eigen sterke mening en verwachtingspatroon, subliem en uitzonderlijk!

July x.

zondag 13 juli 2008

Dieter und Hans gehen zum Berlin


Het heeft even op zich laten wachten én dat tijdens de vakantie. Na een dagje zieken, men zegt dat ik te veel doe tijdens de vakantie, terug tijd voor een schrijfseltje. Excuses bij voorbaat voor mogelijke vluchtige zinnen, in de vakantie durf ik het leven al eens vluchtig te nemen, liefst overgoten met speculaasijs.
Maar in Berlijn nam ik haar op een zalig tempo. Elke middag in het reuzepark met mijn sproetjes onder de zon, op die ene keer na (toen kwam de schaduw steeds een beetje sneller terug, tevergeefs wou ik me nog verplaatsen…)
Het was een geweldige trip, onmiddellijk was daar dat échte vakantiegevoel, en dat had ik nodig, na zo’n periode van examens en een komende korte periode van bang afwachten. Dankzij Berlijn (en ook de conversatiecursus Frans) werd dat laatste gereduceerd tot een uur en half onzekerheid op de fiets in de regen.

Vijf dagen Arne en July, de Ampelmannen van dienst, is als vijf dagen schateren, stoten uithalen en genieten van de prachtige zichten en groene tapijten onder ons. Geen enkele keer dacht ik, het heeft nu wel lang genoeg geduurd, ik beken: dat durf ik al eens denken op vakantie.

Dag één, als versufte studenten aanspoelend in een bewolkte onbekende en énkel Duitssprekende stad. In de namiddag als twee slaapkoppen in het Volkspark met zijn duizenden verrassingen. The Darjeeling Limited (nu geprogrammeerd in Arenberg, Brussel, van een cultfilm gesproken) was onze Duitse verrassing, een openluchtfilm die zelfs de regen deed lachen en de bomen prachtig groen deed spotten.

Dag twee of de frisse start met een ‘fat tire bike tour’. Leuke gidsen trotseerden met ons, een groep die bestond uit jonge soccerspeelster, Arne en ik de regen. We kregen een totaalbeeld gepresenteerd, al rijdend door een bruisende stad. Net de dag van de gay pride met Berlijn als Mekka in Europa, al was dat peanuts tegenover de dag die volgen zou…

Dag drie of de onverwachte EK finale, beide overtuigd dat het pas gespeeld werd als we al terug thuis waren, van voetbalkenners gesproken. Berlijn was dit beruchte weekend een mensenmassa van jewelste overgoten met Weissbier und Bradwurst en de zon als katalysator. De plaatselijke popster, vlaggen alom vertegenwoordigd en de Duister is content. Arne en ik zijn toch iets stillere oorden gaan opzoeken om voor Spanje te supporteren. (al was het maar omdat om zes uur het hele terrein al volzet was)

Dag vier werd onze jazzy day. Een lazy day, in zover je tien kilometer wandelen lazy vindt. In een gezellig cafeetje, achter de hoek van onze herberg (op aanrader van de geweldige hostelreceptionists) Flat B genaamd, speelde net die avond er een meer dan twee uur durende groep. Foto’s te over terwijl Arne terugdacht aan zijn drumcarrière met zijn Weissbier, dat er behoorlijk groen uitzag, in de hand en ik foto’s trok van de vrouwelijke contrabassist, als souvenir voor Tina.

Dag vijf was veruit de spannendste. Wat begon als een doordeweekse laatste dag, werd een adrenalinebooster van jewelste. Te denken dat er meer dan een vlieghaven in Berlijn is. Te weten dat wij nog op de authentieke Tempelhof, door elke Berliner als buiten gebruik wordt gedacht, opstegen. Net toen ik dacht dat ik, op de sleutel (kaartje) van onze herberg na, niets ben verloren en goed heb gegidst deze vakantie, rijdt de bus TXL Flüghafen de verkeerde Flüghafen binnen. Van Tegel in speed met een veel te grote maar lekker frisse taxiwagen naar Tempelhof.
In Tempelhof natuurlijk nog tijd te over. Je ziet al vanop de parking de boardingruimte van deze Luftbrücke. Arne vertelde nog met veel passie het historisch plaatje van de zaak voor we het minivliegtuigje instapten.

Berlijn met haar musea, massale monumenten voor de geschiedenis te verzilveren, Kartoffeln, Weissbier en Pretzel, je bent een tripje waardig!


July x.

dinsdag 17 juni 2008

The graduation tour- parts


The Graduation tour- parts. Of hoe jaloers ik niet kan zijn op soepele lichamen die moeiteloos ritme teweeg brengen.
Drie stukken, één pauze, geen muziek, moderne dans. Anne Teresa De Keersmaekers brengt de dans als het kind van haar tijd. Zowel met achtergrond, met humor als met beheersing. Het ene al wat beter als het andere.
Een zaal die de stoeltjes vult met bekende en minder bekende maar steeds authentieke mensen.
De pauze die het café deed vollopen, de koffie verkeerd extra deed smaken en ook het straatbeeld vulde.
Telkens weer ervaar ik dat ontspannen sfeertje bij de Monty.

Het was een geslaagde avond daar met ons tweetjes op de achterste rij.

July x.

zondag 11 mei 2008

Moeras


Dat Claus beelden sprak, is niks nieuws. Dat Josse de Pauw die beelden kon vertalen als was het een diaprojectie, heeft me aangenaam verrast. Toegegeven, ik was reeds fan van de heer De Pauw. Zijn aangename licht zwoele stem, steeds even natuurlijk en vlot. In interviews steeds weer die eerlijkheid, oprechtheid, niet het type acteur dat zichzelf het etiket acteur wil opkleven, wél het type dat het is. Inherentie.
De versie Claus, een bijna twee uur durend stuk, had naar mijn aanvoelen meer verwachtingen in zich dan toen Claus nog leefde. Iedereen hield de loep boven dit Vlaams icoon, en Josse moest er maar mee overweg kunnen. In Dwars, de studentenkrant van de UA, wist hij te vertellen dat hij geen intentie had een tweede Claus op de planken te zetten. Hij vertelde wel zijn authentieke woorden, maar hield tegelijk zijn eigen eigenheid en stijl staande. Een verstandige keuze me dunkt. Hij bracht de versie vlot, als een waterval van woorden, afwisseling in zijn houding en verhaal. Ik was blij en verrast dat Hugo’s interviews me vertrouwd in de oren klonken. Het leek alsof ik met hem op café zat te praten over het goede leven, de wijn de erotiek en de boeken in ons Vlaanderen land. Of leef ik een vrijgevochten licht perverse wereld?
De kunstenaar is een mens zoals een ander met een talent voor beeldende spraak. Op dat laatste ben ik toch jaloers. Mijn zinnen durven vaak gekunsteld, ik noem het dan emotioneel oprecht, over. Misschien moeten ze me maar wat meer interviewen, dat ik er beter mee overweg kan.
In tijden van woordenvloed houdt het papier het voor bekeken en sta ik er alleen voor (ik had mijn notitieboekje niet mee). Het volgende is me wél bijgebleven: “ Sommige vrouwen hebben de aantrekkingskracht van een moeras”. In een zekere manier vind ik het een compliment. De gedachte dat de vrouw zo’n invloed heeft op een man, geeft me een gevoel van superioriteit. Het gevoel van macht, en ik die dacht niet machtsgeil te zijn…Anderen, met name het mannelijk geslacht zien het iets destructiever. De vrouw als de ondergang. Neen, de vrouw als sluitstuk.

July.

vrijdag 2 mei 2008

Kameraden


Het woord waarmee dé dag der arbeiders officieel werd afgestoken. Het woord dat voor vele roodgekleurde stevige toeschouwers door merg en been ging, ook door het mijne. Duizenden mensen, van alle geledingen en alle uithoeken, verzamelden zich om dezelfde idealen na te streven. Om de strijd die nog steeds gestreden moet worden, ook al neemt hij andere gedaanten dan enkele jaren terug aan, terug vurig in onze herinnering te brengen. Voorbeelden te over (en ook iets te veel geïllustreerd me dunkt) vloeiden uit de microfoon. Gennez en de ABVV vertaalden de massa haar gevoelens, gaven iedere arbeider een stem en een hart onder de riem. Ik werd er oprecht stil van. Haren stonden recht, lippen liepen paars aan van de koude, maar geen minuut twijfel over dit hele gebeuren. Verdomme, het is nodig zo’n eerste mei, verdomme ik kick op zulke bendes.
Dansend voor de arbeid, een beetje een attractie voor de honderden toeschouwers, zon en regen, muziek en geschater, de ingrediënten voor een geslaagde optocht.
Het was een ontmaagding, deze eerste mei, en wat voor een…

J. x.

zaterdag 19 april 2008

Eenheid

Het begon allemaal met een ontmoeting op een dag die op zich al veel betekenend was. Ik wist niet dat het de kiemen van iets veel groters, iets blijvends, zonder democratische goedkeuring in zich hield.
De eerste ontmoeting eindigde met een sms over een omver gestoten glas. (hoe had het geweest zonder dat glas?) Beter gezegd, het begin van het einde eindigde zo. Hulde aan de oude strijders op 11/11 en een ontbijt was de suggestie, ik zat jammer genoeg al op de eerste trein richting Antwerpen. Hoe lieflijk, onschuldig en toch geladen bouwden de boodschappen elkaar op.
De bekroning volgde met een glas wijn, liefdesgedichten en zoenen.

Intensiteit, doorgedreven hartstocht en nimmer verzadigd van hem die plots mijn leven binnensprong. ‘Hier ben ik dan!’ ‘Daar ben je dan. Kom binnen en sluit de deur achter je. Laten we meteen starten, nu je er bent. Met zijn tweeën, zoals het hoort. Het leven en wij. Wij in het leven.’ Soms sta ik versteld van hoe graag een mens een ander kan zien. Want mijn liefhebben voor hem grenst aan het goddelijke. Hem, de man aan wie mijn lippen, mijn lijf en leden zijn vergroeit. Opium. Het leven in een versmolten pluraliteit. De versmelting van elkaar.

Nog maar vijf maanden en nu al een doos vol herinneringen, bijna een boekje vol liefdesverklaringen en andere vertelsels van mij aan hem alleen. Al wil ik telkens weer van de daken schreeuwen dat ik hem zo graag zie: je vous… je t’aime. Ik wil hem opeten, voor altijd binnenin me hebben. Want geluk is naar ’t schijnt zo vluchtig, dus sla ik het liever in me op.

Ik geloof als ik hem zie, in de eeuwigheid. Een rust die af en toe op de proef wordt gesteld door de buitenwereld, het leven, maar als volmaakt overeind blijft. Ik hoop en denk dat dit genot het hoogste goed is, de absolute extase van twee mensenlevens. De vrijheid van van elkaar te kunnen drinken en met elkaar te kunnen leven, elk met onze eigenheid en toch tezamen een authentiek geheel.


Vijf en vier is negen, dus dat verdwijnt en een gekantelde acht is oneindig.’ Wiskundige perfectie door de ogen van een verliefde.

zondag 23 maart 2008

3 weeks out, 3 scenes in and the death of the writer

Ook al heeft mijn schrijven het even laten afweten, de ideeën en het nodige schuldgevoel hebben zich opgedrongen. Op Paaszondag is het een atheïst, naast paaseieren eten, toegestaan zulk diabolisch taalgebruik te hanteren.
Om het even over Pasen te hebben. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de jeugd en ook de iets ouderen, de betekenis van al deze zeer aangename vrije dagen, is ontgaan. Feestdagen zijn gedegradeerd tot een verworven recht zonder meer. In een lekenstaat als de onze was deze evolutie niet te vermijden, maar de voltrekking ervan gebeurt wel erg snel. Toch vind ik het, hoor mij de ketter, belangrijk dat men weet waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Ook feestdagen dienen verklaard te worden. Een open geest beleeft immers meer, nietwaar meneer Desmet.
Vandaag had kardinaal Daneels het tijdens zijn paasrede over “het lijden als een essentieel element van het leven”. Een nog duidelijkere sneer naar Claus’ zelfbeschikkingsrecht is ondenkbaar. Toen woensdag het bericht mij langst alle media werd toegeroepen, was ik tevreden te horen dat hij menswaardig zijn leven heeft kunnen afronden. Alzheimer vermoordt de taal. De taal, zuurstof voor een schrijver, het lichaam slechts een middel om te doen waarvoor deze uitverkorene was bestemd, en dat was niet weinig. Stokkende woorden, de gom over de mooiste passages van zijn oeuvre én het besef van dit hele proces ís afzien beste kardinaal. Laat ons alsjeblieft geen weegschaal naar bovenhalen om te zien of het lijden zwaarwichtig genoeg was om eindelijk wat rijstpap te krijgen. Lang leve de rede!
Over een rationalist gesproken. Een van de drie theaterstukken die ik deze maand ben gaan bekijken, was De apologie van Socrates. Geen Schoenaerts (jammer genoeg ook geen Mathias in de zaal) op de planken,wel een verdomd lang, zwaar doch te verteren stuk. Ik houd persoonlijk meer van interactie dan monoloog, al kan ik het af en toe wel smaken. Ook mijn gezelschap van die avond, hadden Julien nooit aan het werk gezien. Volgens Julienkenners was er toch wel wat plagiaat te bespeuren. In ieder geval, we hebben deze avond filosofisch voortgezet, niet overgoten met wijn en druiven wel met schuimige Scotisch pints.
Theatergezelschap Dood Paard bracht Bazel met twee acteurs en een hoop cassettes, muziekfragmenten en enkele stoelen. De kritiek op de Kunst, de zogenaamde Kunstkenners en het onverklaarbare in abstractie proberen te verklaren. Oprechtheid door de mond van een Nederlander, hilarisch realistisch.
De Roovers deden het met zeven, en speelden voor elf. Le dindon of de liefde als een komedie, Warre als de zwoele minnaar. Theater is bewegen, theater is plezant en theater is de mond waaraan het publiek twee uur lang naar verlangt.

Van de rede naar de liefde naar de heiligen,

July.

zondag 17 februari 2008

Alle leerlingen zijn gelijk, maar sommigen....

De laatste maanden is er op politiek niveau heel wat te doen geweest rond ‘gelijkheid binnen het onderwijs’. Toch blijft het elitarisme de kop op steken dezer dagen. Mevrouw Decroo laat zich, weliswaar op gedistingeerde wijze, uit over de ‘vulgarisering’ van het (hoger) onderwijs. Waar halen slagerszonen het toch uit om aan de balie te komen pleiten? (Juristenkrant 30 januari 2008) Are animals are equal but some…
Het is algemeen geweten dat het onderwijs in Vlaanderen van topkwaliteit is. De cijfers van het PISA- onderzoek liegen er niet om. Tegelijk tonen ze de grote interne ongelijkheid binnen de schoollopers aan. Jongeren met een minder gegoede sociale achtergrond zijn hiervan blijvend slachtoffer. Onze minister van Onderwijs probeert deze ongelijkheden weg te werken door onder meer financiële belemmeringen op te heffen. Er bestaat immers geen enkele ethische verantwoording waarom sociale achtergrond iemands toekomst -mogelijkheden mag determineren.

Indien jongeren met minder kansen er dan toch in slagen om een universitair diploma te behalen, worden ze ook in hun professionele loopbaan geconfronteerd met hun achtergrond. Het is blijkbaar niet voldoende om op basis van een volwaardig diploma een beroep uit te oefenen. Afkomst bepaald mee de standing van het beroep, alzo mevrouw Decroo. Wat jammer toch dat haar métier zijn standing dreigt te verliezen. Konden we maar terugkeren naar de aristocratie, nietwaar Françoise.

Animo vindt deze uitspraken een brug te ver. De democratisering van het onderwijs is de motor tot een meer egalitaire samenleving waarin een ieder recht heeft tot volledige ontplooiing en ontwikkeling, waarin ook de economisch zwakkeren de mogelijkheid hebben om hogerop de ladder te klimmen. Indien er al een mentaliteitsverandering zou plaatsvinden, is deze hoegenaamd niet vulgariserend te noemen, eerder realistisch en verrijkend.

Natuurlijk voelt de bourgeoisie zich bedreigd en wensen ze liever terug te gaan in de tijd, maar aan zulk conservatisme doet animo niet mee. Bevrijd het volk, laat iedereen zelf de rede ontdekken. Hoera voor de Kantiaanse onderwijsrevolutie.
Ook binnen het secundair onderwijs begint men al heel vroeg met het classificeren van leerlingen. Animo vindt een algemene basisopleiding onontbeerlijk voor elke leerling. Ook al duurt het wat langer voor de één als de ander, wegoriënteren via een watervalsysteem is voor ons geen optie. Ook hier worden vandaag de dag voornamelijk de zwakste uit ons maatschappij getroffen. Dat leerlingen aan de andere kant van de taalgrens letterlijk fysiek gescheiden worden door een rode draad, als het kon zelfs door een muur, is er voor animo ver over. Dit is echt ontoelaatbaar. Niet alleen is dit in strijd met elke menselijke waardigheid, het bevestigt daarenboven de perverse gedachte dat er ‘klassen’ binnen jongeren bestaan. Animo rekent erop dat mevrouw Aréna als Franstalige minister van onderwijs hier streng tegen optreden. Zo niet belanden we terug in de middeleeuwen. Socialisme strijdt voor gelijke kansen, dat heeft het altijd al gedaan. Laat de verschillende gestreden schoolstrijden niet voor niets zijn geweest.

J.

dinsdag 12 februari 2008

Liège (en amoureux)

Wat voor iedereen-ook voor mij- als een lachwekkend tripje klonk, werd een afwisselend, grappig en lekker reisje overgoten door veel zoenen en lieve lachjes die schitterden in de zon.
Wanneer ik voordien amper Luik in kaart kon brengen, ik geef toe ik ben zeer slecht in kaartlezen, weet ik nu toch wel dat Luik groot(s) is. Een propere stad waaraan wordt gewerkt, vind dat ze een soort van positive living uitstraalt. Grappig dat er toch nog in alle hoekjes en gezellige binnensteegjes van de stad wordt verwezen naar hun legendarische poppetjes, de stichters van Luik: Tschantches (verbastering van François) en Agnes. Zo’n folklore-iconen doen me eerder denken aan een traditioneel volk. Niets is minder waar, behalve misschien op hun vijfjaarlijks festival begin augustus. Volgens Luikenaars staat heel Luik op zijn kop en stelen de poppetjes de show. Misschien dat ik deze zomer wel eens een kijkje ga nemen naar deze extase. Benieuwd hoe Tschantsches beweegt. In tegenstelling tot normale marionetten, bewegen zijn armen niet (er zijn geen touwtjes aan bevestigt) Volgens enkelen is het ultracomédique, volgens buitenstaanders een raar zicht. Genoeg over de poppen, er waren ook de Luikse bolletjes zonder selder maar wél met rozijnen, de Luikse wafel en de pecket. Luik heeft een groot aantal artistieke gebouwen te bieden en een prachtig station. Santiago Calatrava heeft er een architecturaal hoogstaand iets van gemaakt. Maar ook het huis van Curtius heeft iets veelzijdigs en moderns. Langst de waterkant warm rood en een leuke torenconstructie, langst de kant van het plein is het zeer modern. Allemaal nieuwe gebouwen, zoals ook Place Saint Lambert, waar ik graag in de zon een boekje over Luik zat te lezen.
Luik was gezellig. Kuieren, markten en uitslapen. Luik was verrassend en vernieuwend. Voor de eerste keer heb ik gecouchsurfed. Ondertussen heb ik al enkele mensen aangespoord om ook op deze manier te reizen en zelf mensen te ontvangen. Ik ben alvast enorme voorstander. Een wereldwijd netwerk van enthousiaste reizigers in alle soorten, formaten en leeftijden, sluiten zich aan bij CS. Je kan per regio zien welke mensen de mogelijkheid bieden om te blijven slapen of graag hun stad laten tonen. De manier waarop je met je reizigers omgaat bepaal je volledig zelf. Wil je liever met hen samen de avond doorbrengen, geef je hen gewoon een bed en ontbijt, geef je hen een eigen sleutel of niet… geweldig toch?! Sonja onze gastvrouw was alvast een warme spraakzame vrouw die zeer graag tijd in ons investeerde. Ook Jacqueline, een dame op leeftijd die overloopt van kennis en energie en alvast voor mij overkwam als een echte levensgenieter, heeft ons Luik op een authentieke wijze leren kennen. Al was het maar dat ze de dingen zo kleurrijk en enthousiast vertelde.
Al was ik van plan om veel te lezen in Luik en zeker drie musea te bezichtigen, ik vond het perfect zoals het was.
Wij kunnen de wereld aan, met Luik te beginnen.

July.

dinsdag 5 februari 2008

The rumours



17/01. Volop examenperiode maar, gepermitteerd een rustmoment toelaten. De première van ‘de geruchten’. Mijn favoriete theatergezelschap, olympique dramatique, waagt zich aan een clausiaans boek én een regisseur. De verwachtingen waren hoog, zo dacht ook heel de zaal, bekleed met bekende gezichten, er over. Het waren er elf om precies te zijn volgens Jill en mijn peilingen tijdens de pauze. Decleir en Claus als de kers op de rijke taart, beide omringd door (jonge) schone deernen, de sloebers.

Balkonzicht. Jammer though het had wel iets. Flits van een reeds bestoft ferrero rocher reclamespotje. Nu ik mijn lenzen in had kon ik al bij al goed zien, in tegenstelling tot mijn eerste operavoorstelling.

Alegem, René Catrijsse, deserteur uit een koloniale oorlog. Sinds zijn terugkomst is het dorp niet meer de veilige en serene thuishaven voor menig modale burger. Op café de typische onwetende haast homeopathische kwakzalverij van de buurtbewoners aangedikt met de nodige erotiek en seksualiteit. Driften en instincten overgoten met intriges en mysterie. Er werden sterke figuren neergepoot, op het irritante tikje van de plaatselijke dorpspastoor na, geen ergernis.
Het podium werd op originele wijze volledig benut. Een ongewoon spiegeleffect en de nodige hulpmiddelen om toch te weten wie allemaal een dubbele rol had, gaven direct een sfeer van professionaliteit. Eenvoudige middelen om complexiteit toe te lichten. Toch, ik had graag het boek op voorhand gelezen. Er blijft nog steeds één man een raadsel voor me.

Ik was meegesleept. Ik was verrast. Ik was tevreden en dit tijdens een periode van eentonigheid.
Olympique Dramatique, ik blijf fan.

J.

dinsdag 1 januari 2008

Veelbelovend

De prille uurtjes van het nieuwe jaar zijn reeds begonnen. Menig roes ligt nog in bed, menig water wordt veelvuldig verorberd en menig kater poogt zombieachtig nieuwjaarsbrieven voor te lezen. En toch voelt het, voor mij althans, altijd een beetje als een nieuwe lei. Voornemens, het beter willen doen, meer evenwicht ontdekken en overspoeld worden met verrassingen die overgoten zijn met de grootste emoties. Geschater, gehuil, intens leven en genieten en liefst nog wat succeservaringen in de dingen die je doet met de mensen die je graag hebt. Een januari, het klinkt steeds zo veelbelovend. Nu al zin om kanttekeningen te maken op het maagdelijk wit blad van een nieuw jaar. Nog even wachten tot het leven ook nu zijn gangetje verder zet.

Nieuw jaar, surprise me.

July