maandag 30 juli 2007

Jazzy Brussel


Ik blijf het vinden: Brussel is een zalige stad! Die brede lanen, die geweldige bordjes voor hopeloze toeristen (zoals ik), die culturele mengelmoes. Een bruisende stad met internationale allures. Ik ben alvast verkocht.
Dit keer was ik naar Brussel voor een avondje jazz met een tikkeltje Electro. Samen met Tina op weg naar Hotel Orts: art deco ingericht op de hoek van de Auguste Ortsstraat aan het Beursplein. De perfecte locatie voor de blauwgespikkelde drum uit te stallen. Tegenover het hotel bevindt zich restaurant La bourse. Daar zat Marcel Vanthilt op het terras te genieten van een zwoele zomeravond. Na ’t Zuid spot ik hem tegenwoordig ook aan La Bourse.
De band liet me af en toe aan Jef Neve denken. Toen ik hen vroeg (het was een domme vraag, excuses) of ze toevallig Jef Neve trio kenden spraken hun gezichten boekdelen. De zoveelste vergelijking, maar tegelijk een compliment. Dat trio heeft het toch maar gemaakt. Soit, veel zinnigere opmerkingen heb ik die avond niet kunnen geven. Ik ben namelijk niet zo “toonvast”, geniet gewoon van de muziek en ben snel opgezweept en feeëriek aan het meebewegen. Tina daarentegen ontwikkelt meer en meer die kritische zin. Leuk om mee weg te gaan. Opposites attract.
Het voordeel van op een hoek van een druk bewandelde straat in hartje Brussel te zitten is natuurlijk de sightseeing. Mannen met maatpak en helm op een brak koersfietsje. Verliefde koppels die even blijven stilstaan op deze hoek. Jeugdige Engelsmannen met pint en zak chips. Zo kwamen we onderweg een Engelsman met Bicky Burger in de hand tegen. Hij vroeg ons de weg. Ik vertelde hem dat we van Antwerpen zijn. Eigenlijk is hij ‘un painteur’ (schattig hoe hij moeite deed om Frans te spreken) en wil hij me ‘only the face, ‘cause you have beautiful eyes’ portretteren. Ik gaf hem mijn mailadres en zei dat ik er over ging nadenken. Geflatteerd wandelde ik verder naar het hoekje van de straat. Tot hiertoe nog geen mail (ik houd jullie op de hoogte).
Met een munttheeke en daarna een Kriekje zaten we te luisteren en te zien. Achter al die voorbijgangers schuilt een leven. Vanuit mijn stoel op de hoek van die straat in hartje Brussel vulde ik telkens die levens in. Met veel poespas en romantiek op het ritme van de muziek.
Ook aan tafel breidde het gezelschap uit. Geweldig vind ik dat. Onbekende gesprekken op een avond vol verrassingen. Het vakantiegevoel.
Brussel, ik zie u graag.


À bientôt,


July.

donderdag 26 juli 2007

Rechtvaardigheid

Beetje verward, net Koppen op tv gezien. Ik nam er meteen mijn codex bij. Perplex moest ik vaststellen dat Wim de Vilder gelijk had. Wanneer een verdachte wordt vrijgesproken en achteraf toch bekend, kan ons Belgisch rechtssysteem inderdaad geen rechtvaardiging bieden. Natuurlijk is dit vanuit menselijk oogpunt meer dan begrijpelijk. Maar toch, dient het niet zoals elk mensenrecht gerelativeerd te worden? Geen enkel mensenrecht is absoluut, ik hoor het professor Velaers nog verkondigen. Men dient steeds een afweging te maken tussen de in het geding zijnde belangen. De waarden die momenteel door onze pluriforme maatschappij het hoogst in het vaandel worden gedragen, dienen het te halen. Dát is de regel die men moet hanteren bij álle mensenrechten. Geen verabsolutering en archaïsche toestanden. Met respect voor ieder individu, zonder het verleden te verdringen. Uiteraard dient in dubio pro reo door te wegen.
Biedt Europa ons misschien de oplossing? De derde pijler, politiële en justitiële samenwerking, kan Europa misschien eenduidig rechtvaardiger maken. Ze kan dan terug haar status als voorvechter van de mensenrechten verdedigen. Australië is ons momenteel voor. De omgekeerde wereld.
In Groot Brittanië heeft Anne, moeder van Julie zich meer dan zestien in de strijd tegen de 800 jaar oude wet geworpen. Haar dochter werd gewurgd en onder het bad verstopt door Dunlop. Hij werd onschulidg bevonden, tot tweemaal toe. Achteraf heeft een undercoveragent zijn bekentenis op tape kunnen vatten. Voor Anne was dit het begin van een weerzinwekkende strijd voor gerechtigheid. Moederliefde. Een manier om ‘rust’ te vinden, om de moord degelijk te kunnen verwerken, om zichzelf niets te kunnen verwijten. Omdat Julie hun alles was. Het leverde Anne en haar man dubbele vervolgingsvreugde op.
Mensen maken het recht. Laat het recht er dan ook voor de mensen zijn.

July.

maandag 23 juli 2007

Geen preutsheid

Jullie weten het nog niet, maar ik ben redactrice (geen redacteur). July Mollin, redactrice van Medusa. Klinkt ontzettend echt, spannend, “literaire July“.
Stel je voor: je kent iemand drie schoodagen lang, je studeert allebei rechten op een andere unief en opeens worden ze een team, vier jaar na die eerste drie dagen. Let it be.
Medusa is het toeval laten zijn, gewoon af en toe eens ja zeggen tegen wat leuk lijkt, het allemaal een kans geven. Medusa is jonge energie die het toch behoorlijk serieus neemt, de wereld. Medusa is een stukje July, vaak onbelicht, maar toch is het er.
Ontbloting. July in hare pure. Teksten tonen een stuk van jezelf. Misschien trek ik me wel terug. Ik hoop van niet, of toch niet te snel, ik heb wel wat te zeggen (en te bieden?)

July.

http://www.tijdschriftmedusa.be.tt/

woensdag 18 juli 2007

Straight edge

Dit weekend in De Morgen las ik een artikel over de nieuwste hype: straight edge. Een Amerikaans- Britse levensstijl ontstaan als reactie op het overmatig drank- en druggebruik in de punkwereld. Grondlegger Ian MacKaye formuleerde in Out Of Step dé basisregel voor deze beweging: Don’t smoke/don’t drink/don’t fuck/at least I can fucking think!
Enkel dat laatste wordt tegenwoordig liberaler opgevat. Daar blijft het uitgangspunt dat losbandige seks not done is. Er valt wel iets voor te zeggen natuurlijk.
Straight edgers hebben aanvankelijk ook een X op hun hand. De X werd in de VS en Groot Brittanië op de handen van minderjarigen of mensen die te veel hadden gedronken geplaatst. De straight edgers namen dit gebruik over. Ze zijn meestal vegetariër, vaak ook veganist. (Over?) bewuste mensen zeg maar. Natururlijk trekt deze stroming voornamelijk jongeren aan. Vol idealisme, nog bereid om hun leven honderdtachtig graden te veranderen, ‘bekeren’ velen zich tot de ultieme zuiverheid. Beter als een dagje kuuroorden in Spa.
Toen ik het artikel las met mijn waarschijnlijk vervloekte tas cafeïne in de hand, begon ik spontaan te lachen. Ergens herken ik mezelf wel in deze hype. Zo was er een periode dat ik resoluut nee zei tegen alles wat alcohol bevatte. Het gevolg was dat ik mijn eerste pint met heel wat vertraging dronk, op mijn zestiende. Het was een amper gelukte opdracht, ik begon net niet te waggelen. Ik was, correctie ben, er van overtuigd dat ik geen alcohol nodig om me te amuseren. Toch, al onze sociale conventies, het gewoontepatroon van onze Wetserse maatschappij en de lichte druk van thuis uit (ik werd aangespoord tot het consumeren van alcohol, je leest het goed) hebben me er toegebracht toch een kriekske te drinken. Zonder enig schuldgevoel, zo fanatiek was mijn overtuiging niet die welbewuste vrijdag in de art=choc. Achteraf dacht ik, zo erg was dat nu ook weer niet. Mijn hersencellen zullen nog niet zijn afgestorven en ik ben nog niet in bed gedoken met een onbekende.
Die eerste kriek heeft mijn scherp radicaal anti-alcoholprincipe afgeveild, en daar ben ik blij om. Toch ben ik die waarde vanop mijn veertiende absoluut niet kwijt. Het is alleen makkelijker zo.
Mijn tweede ‘straight edge off’ zijn is nog bezig. Het vegetarisme. Ook daarin kende ik fanatieke periodes. Al kan/kon ik mijn brein minder overtuigen dat ik echt beter handelde. Dat kipfiletje ligt nog steeds in de winkel, mijn rode bloedcellen moeten nog steeds werken. Het was eerder een roep naar de manier waarop de hele vleesindustrie werkt. De omstandigheden, de manipulatie, de overvloed.
Momenteel ben ik een een semi-vegetariër of anders gezegd geen echte vleeseter. Weet je, dat vind ik nu echt ideaal. Het past bij mij. Gemakkelijk in alle omstandigheden, bij elk gezelschap, behalve bij de twee uitersten. Daar zorgt het dan voor hevge discussies, ook wel mijn ding.
Na de loss en the minus straight edging ben ik nog steeds all the way straight edge als het over drugs gaat. Die ene joint op het strand in Oostende toen in het zesde middelbaar was echt niet lekker en bracht me letterlijk aan het wankelen. Geen spijt, nee hoor, enkel weet ik nu wat het is. Niet hét voor mij. Ook weer dat logische denken, af en toe heeft een mens zo’n buien, heeft het gehaald. De reële gevaren zijn voor mij te groot om een druggebruiker te worden. Trouwens, nu al vragen ze op feestjes wanneer ik compleet nuchter ben of ik iets heb gepakt. Het lijkt wel een ingebouwd voordelig kantje van mezelf: het kost me niks en toch resultaat!
Straight edging, ik had zo mijn periodes. Ben ervan overtuigd dat ik er nog wel zo’n zal hebben, op andere gebieden, maar even radicaal, beredeneerd en typisch ik. Voila, ik begin weeral te lachen :-)

July





dinsdag 17 juli 2007

Vivaldi's interim



Momenteel werk ik als jobstudente bij Vivaldi’s op ’t Zuid. Ik ben ervan overtuigd dat deze job het grootste ‘vakantiegevoelgehalte’ heeft tegenover de andere: zicht op het Museum van Schone Kunsten, op den Hopper en op Tom Van Laere. Elke keer als ik hem zie denk ik, die moet toch ook al dat familiaal gevoel ervaren, zo van: ah daar is ons Julieke weer, rise and shine, druk aan het wezen en vooral aan het roepen in die telefoon… Ik denk alvast: ah daar is ons Tommeke weer, met een stoel in zijn hand, lachend naar al dat schoon volk, genietend van een zalige zomerdag. Ik wuif dan ook enthousiast vanachter mijn bureau en steek het steevast op die uithangbordjes, die de hele ramen bedekken, dat hij me niet kan zien.
Tegenwoordig regent het aanvragen naar administratief bediendes of, iets geleerder uitgedrukt, assistent managers. Kort gezegd, bedrijven zoeken tegenwoordig secretaresses. Maar ook onze klanten (werkzoekenden) solliciteren gretig voor deze functie. Ik dacht dan ook op mijn eerste werkdag dat dit interimkantoor een tamme bedoening was. Na een aantal uren op kantoor was ik voor de zoveelste keer content dat ik tegenwoordig de dingen eerst even voor mezelf houd.
Ik ben er van overtuigd dat deze job het grootste sociaal engagement bij mij heeft opgeroepen tegenover mijn vorige ervaringen op de arbeidsmarkt. Telefoon na telefoon werd ik woester op onze gebrekkige talenkennis, op ons gebrek aan computervaardigheden. Vooral dat eerste ergert me mateloos. Vacatures worden niet gevuld, mensen worden gedemotiveerd… ik werd er echt triest van. Ik ben er meer en meer van overtuigd dat onze schoolse aanpak zichzelf de das om doet. Men gaat echt geen tweetalig persoon worden door enkele verouderde teksten te lezen van Bob et Bobette of door een city trip naar Parijs te maken. Er is een heuse kentering nodig om dit actueel probleem op te lossen. Onze ‘verengelsing’ werkt daarenboven als katalysator. Televisie, internet en de mediatisering van het Amerikaanse wereldbeeld dragen er toe bij dat het Engels in plaats van het Frans als tweede taal wordt beschouwd. Waar blijft onze waardigheid als tweetalig land, als uitblinker op wereldvlak omwille van haar flexibile arbeidskrachten door onder meer uit te blinken op et vlak van talen?
Enkele maanden geleden las ik in De Morgen dat in het Franse landsgedeelte een basisschool haar leerlingen in het Nederlands onderwees. Daarin ligt het succes voor een tweetalige maatschappij. Omdat kinderen juist in verschillende omgevingen vertoeven, thuis en op school bijvoorbeeld, is het mogelijk verschillende codes zonder probleem toe te passen. In elke omgeving gelden er verschillende regels. Juist omdat er twee van elkaar geïsoleerde werelden worden gecreëerd is de kans op slagen zeer reëel. De overdragers, ouders en leerkrachten, zien de kinderen normaal slechts in een enkele omgeving. Daarenboven zijn ze in staat om zich, naar gelang de situatie, aan de andere codes aan te passen. Het kind zal dus geen last ondervinden bij eventuele ‘dubbelgangers’.
Ook onze angst voor iedereen die als allochtoon doorgaat viel me enorm op. Iets dat ik stiekem al wist maar liever verijdelde. Als je natuurlijk met de neus op de realiteit wordt gedrukt, stopt de verijdeling en komt er verbitterdheid in de plaats. Hoe komt het toch dat grote bedrijven die zich vaak profileren als multicultureel (en in hun ogen dat meestal ook zijn) toch zo argwanend blijven tegenover allochtone werkkrachten. Tewijl ik net ontdekte dat het merendeel van de allochtonen harder wilt werken dan de doorsnee Belg die zich komt aanmelden. Zij doen juist wel de moeite extra opleidingen te volgen Ik wil hier zeker niet mee beweren dat Belgen dit niet doen, ik heb ook genoeg ijverige dames over de vloer gekregen die een extra cursus hebben gevolgd bij de VDAB.
Misschien is het nog niet zo slecht om sollicitatiemails anoniem en dus enkel aan de hand van kwaliteiten en evaringen, objectieve gegevens zeg maar, te schrijven. Bedrijven zullen waarschijnlijker hogere eisen stellen maar zullen uiteindelijk toch hun vacatures ingevuld willen zien. Ik schat dat er enkele maanden crisis zal heersen maar dat dan de grootste storm wel zal zijn geluwd.
Soit, ik ga me ook morgen helemaal smijten en proberen zoveel mogelijk objectief geschikte kandidaten aan het werk te helpen.
Boeiende vakantiejob, heeft het een ander opgehelderd. Heeft me weeral zin gegeven in actie. Al goed, wat moet een mens ook weeral doen tijdens een zomervakantie ;-)

Groet!

July

zaterdag 14 juli 2007